Zo. Hehe. Poeh poeh. Kinderen twee weken de deur uit. Dat kan dit moederhart nét aan. Gelukkig duurt dat uit huis gaan nog even, en met die stijgende huizenprijzen en krappe woningmarkt…
Binnen één uur: overal rotzooi (Pokémon kaarten, Barbies, Donald Ducks, zwemmaskers, Lego), geduw, getrek en gescheld (nakken, dissen, irritant en ja ook kut). Mam, wat eten we? Is er ook cola? Mag ik nog meer cola? En gelukkig ook heel veel kusjes. Alsof ze nooit zijn weggeweest. Ze luisteren ook nog net zo slecht als twee weken geleden (‘ik heb nu 26 keer gezegd dat je je tanden moet gaan poetsen wáárom heb je dat dan nu nog steeds NIET gedaan?!’) en ja ook mijn eigen irritaties zijn er gelukkig nog steeds. En zelfs de schrik en de benauwdheid: de komende twee weken geen/amper tijd voor mezelf. HELP! Zo zijn ze weg en haal je rustig adem, heb je allemaal wilde plannen (lees: uitslapen en koffie op bed) en zo zijn ze er weer en duurt het weer een jaar voordat dit moment van lange afwezigheid van de kinderen er weer is.
Shit, ik had toch naar New York/Zweden/Parijs/Zeeland moeten gaan. Het bleef bij een dagje Katwijk, heel veel lezen, bezoek aan ex-schoonmoeder in Maastricht, slapen, koffie drinken en lunchen met vriendinnen. Het ontvouwde zich helemaal vanzelf, de uren, dagen en weken. En gingen dus als vanzelf voorbij. Net als dat seizoenen vanzelf voorbij gaan. Nu is het zomer en straks weer herfst. Zo zijn ze 8 en 10 en zo zijn ze 18 en 20. Nou ja, dat duurt gelukkig nog even. Er is alleen maar nu. Het moment waarop ze heerlijk slapen in hun eigen bedjes, bij mij in huis. En wat zijn ze toch lief als ze slapen.