Eikels

“Zo, kan die HERRIE even uit en kan sowieso IEMAND eens een keer iets DOEN hier, of ben ik nou werkelijk de ENIGE die haar handen uit de mouwen steekt? ALLEDRIE liggen jullie daar maar weer op de bank nutteloos te zijn met ieder je eigen beeldscherm, als een stel PLATGESLAGEN MARMOTTEN! Ga eens iets ZINNIGS doen, begin vast met koken, ruim je ZOOI op of ga in godsnaam naar BUITEN!!!”

Mopperend en tetterend kom ik op zo’n typische einde-van-de-te-volle-werk-en-tussendoor-taxi-zijn-dag binnengestruikeld over rondslingerende schoenen, boeken en tassen, met in één hand mijn laptop en in mijn andere de boodschappen die ik op weg naar huis uit de supermarkt meegegraaid heb.

Achter drie schermen bewegen drie hoofden mijn richting op. Voor eventjes, althans. Ik zie het oudste hoofd in dezelfde beweging terugdraaien naar haar scherm: seen it, been there, done that; heb je háár weer met die riedel die ik nou al 100 keer gehoord heb.

Razend maakt het me. Want deze spiegel is te fel en te scherp en ik kan er niet in kijken. Niet nú na deze pittige dag waarop niet alles liep zoals ik wilde of gehoopt had. Kunnen zij verder niets aan doen maar die tegenwoordigheid van geest heb ik niet. Want de rede heeft mij verlaten en Weten zullen zij het.

Het middelste, van oortjes voorziene, hoofd kijkt peinzend naar mij om daarna met wegdraaiend misprijzende ogen mompelend weer richting zijn ongetwijfeld uitermate boeiende spelletje te gaan: “Wát wil ze dat ik nu buiten in het donker ga doen, dan? Het jongste hoofd haalt zijn schoudertjes op en pakt voor de zekerheid de koptelefoon er alvast bij.

Met een gevoel van machteloze woede, gevoed door het -terechte- idee dat ik mezelf belachelijk sta te maken maar er niet mee kan stoppen, stamp ik met mijn rechtervoet op de grond. Mijn vijfjarige ik is trots op mij maar staat daarin volstrekt alleen.

Het drietal op de bank kijkt inmiddels helemaal niet meer op, aangedaan noch onder de indruk.

Ik stamp nog een keer, nu met geluid erbij, omdat ik gewoon heel eventjes opgemerkt, gezien, erkend wil worden in mijn klacht en mijn misère van het idee alles alleen te moeten doen terwijl om mij heen de balletjes uit de lucht kletteren.

Op de bank echter overheerst een stoïcijnse rust en geen enkel oog draait ook nog maar enigszins mijn kant op.

Eikels.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *