Mamaaaaaaa, hoeveel graden wordt het vandaag? Zo begint momenteel mijn Groundhog-Day-achtige-dag iedere keer weer. Mijn jongste snuitje vraagt vanuit zijn bed eigenlijk “Mama, kan ik vandaag in mijn korte broek en blote bast naar buiten?”
“Het wordt hetzelfde weer als gisteren, eergisteren en die dag ervoor en die dag daar weer voor”
“Ok” zegt hij opgewekt “dus ik kan een korte broek aan?”
“Als jij dat wil”
Net als bij Bill Murray in de legendarische film Groundhog Day, bespeur ik bij mijzelf af en toe een geringe onverschilligheid. Een onverschilligheid over de puinhoop in huis, over dat een tot het randje gevulde koekjestrommel in twee dagen weer leeg is zonder dat ik heb uitgedeeld, dat mijn snuitjes alles achter zich laten slingeren, dat ze twee keer zolang als normaal op een schermpje zitten, dat ze wat vaker dan normaal bloed onder elkaar nagels vandaag halen, dat ze wat heftiger op mij reageren en ik zonder aanleiding (tenminste dat denk IK) doelwit kan worden van scheldkanonnades. Ik weet niet zeker of het onverschilligheid is. Onverschilligheid of een vergevorderde staat van choose your battles?!
In deze uitzonderlijke situatie ben ik geneigd te zeggen het laatste.
Ik hou er niet van om als een politieagent door mijn huis te walsen. Ik word daar ongelukkig van. Ik vind het fijn als er niet te veel gelet wordt op hoe iemand iets doet. Een zekere laissez-faire, leven en laten leven onder mijn dak. Ik vind het lekker als iedereen een beetje kan rommelen en zijn dingetje kan doen zonder dat ik mijn ‘state of mind’ op mijn kroost projecteer. En dat betekent zeker niet dat er helemaal geen regels zijn. Ze zijn alleen een beetje onzichtbaar.
Maar deze nieuwe situatie vraagt om structuur en duidelijkheid.
Want we zitten 24/7 in elkaars space. Mijn snuitjes en ik. En zij willen net als ik, ook niet in deze situatie zitten. Bovendien zijn we er nog niet. We zijn nog niet eens op de helft.
Structuur scheppen. Met die gave ben ik niet geboren. Het vraagt de nodige energie dat iedere dag voor elkaar te boksen, zonder die politie agent te zijn die ik niet wil zijn.
Ik loop tegen mezelf aan, want ik BEN nu WEL vaker die vervelende bonnenschrijver.
Net als de eenzijdigheid en voorspelbaarheid van de dagen in Groundhog Day voel ik ook emotioneel de overeenkomsten. De ene dag zit ik vol kracht, de andere dag zakt de moed mij in de schoenen. En daar voel ik mij schuldig over. Schuldig dat ik zit te zeiken terwijl er niets levensbedreigends is om over te klagen. Schuldig dat ik niet meer kan doen dan ik doe. Dat ik niet nog meer geduld kan opbrengen. Schuldig dat ik tekort schiet. Tekort schiet in tijd voor Singlestories. In extra dingen doen met de kinderen. In er zijn voor anderen. Voor kwetsbaardere anderen.
Dat zou een perfecte quarantaine zijn. Eentje waar ik dit allemaal onder controle heb. De perfecte quarantaine. Dat klinkt gevaarlijk. Een utopie. Iets waar ik niet naar moet willen streven. Maar ik merk dat de beperkingen die ik voel mij onrustig maken. En wiebelig.
Het onderscheid tussen deze slechte B film waar wij in terecht zijn gekomen met de fenomenale film Groundhog day, is dat er een directe uitweg is als Bill Murray’s personage doorheeft wat hij moet doen. Hij moet alles goed doen, de perfecte dag hebben om vervolgens vol nieuwe levensenergie in een prachtige volgende dag te stappen: zachter, liever dan hij was en tot over zijn oren verliefd. Dat ook nog.
Al zouden we allemaal met elkaar de perfecte quarantaine draaien, dan nog is dit pas het begin. Al komen we er allemaal liever en zachter uit. Dit is pas het begin.
Mijn dochter zei gisteren bij het zien van het jeugdjournaal “ik kan het woord Corona niet meer horen”. Ik voel dat.
“Ik heb het ook. Maar dit is pas het begin” zei ik. “Het duurt nog even.”
Wat gebeurt er straks als we weer terug willen en kunnen naar de ‘normale’ way of life? Dan zijn we er nog lang niet. Dit is pas het begin.
Tot die tijd hou ik mijzelf maar vast aan de vraag “mamaaaa, hoeveel graden wordt het vandaag?”