Kijk mama eens leuk zijn

Yeah zomervakantie! Lekker helemaal in je eentje uitvogelen hoe je dat gezellig en ontspannen laat lijken. Als single mom voelde de vakantie voor mij de eerste paar keer vooral als een alles komt goed-maakproject.

“VAKANTIE!!!!” roept mijn dochter altijd uitbundig na de laatste schooldag. En ik krimp een beetje ineen, stiekem bang dat ik niet aan haar blije verwachtingen kan voldoen. Dus kruip ik whoop whoop in mijn ‘leuke moeder’ rol en kom met een flink staaltje ik-laat-me-niet-kennen op de proppen. De eerste zomervakantie spande de kroon. Als tweeoudergezin reden we zomers altijd met de vouwwagen naar Zuid-Europa. Dat was nu geen optie. Maar wat dan wel? Op de valreep besloten we te interrailen. Mijn zoon – destijds 12 – raakte dolenthousiast en volledig op dreef (zo had ik hem sinds de scheiding nauwelijks gezien en jeetje wat wilde ik graag dat hij weer blij en vrolijk was). Dus ik liet me meeslepen. Mateloos. Ik bracht soms nog met een klein stemmetje in dat backpacken door Spanje best heel zwaar was, maar ik kon de teruggekeerde twinkeling in zijn ogen niet weerstaan. “Mam, we gaan naar Barcelona, Madrid, Valencia, Granada! Oh en wel via Parijs, want ik wil de Eiffeltoren beklimmen!” (flash forward: na dat dagje Parijs kon je mij al wegslepen, maar gelukkig mocht ik een paar uurtjes slapen in de nachttrein naar Barcelona.)
Mijn dochter – toen 8 – was alles behalve enthousiast over onze trip: “geen musea, geen kerken en geen winkels! Dat zijn mijn voorwaarden. Anders ga ik niet met jullie mee.”
Dat had mijn moment van bezinning moeten zijn. Dit ging een vreselijk gedoe worden met twee jonge kinderen. Maar het alarmbelletje rinkelde net niet hard genoeg. Nee, ik ging bewijzen dat vakantie gewéldig was met zijn drietjes. En zo sjokte ik met 90 liter op mijn rug en 20 kilo op mijn buik van metrostation naar hostel en vice versa door een snikheet Spanje. Zag ik het hele land met het openbaar vervoer, twee kinderen aan mijn zij en een vrij lege beurs in mijn te zware rugzak.
Die eerste zomer was zwaar. Ik was verdrietig en eenzaam, maar wilde zo graag dat het gezellig was met zijn drietjes. Ik rende mezelf compleet voorbij om maar te zorgen dat het nieuw, fris en anders voelde, zodat we vooral niet herinnerd werden aan de vroegere vakanties met zijn viertjes.

De zomer erop besloot ik het “rustiger” aan te doen. We gingen naar de camping. In Italië dat wel natuurlijk. Dat kamperen met een tent ook een heel gedoe is – zeker na 1200 kilometer rijden – was ik voor het gemak vergeten. Inmiddels was mijn zoon flink aan het puberen en zat hij praktisch alleen maar voor de tent met zijn mobieltje voor zijn gezicht geplakt. Was ik daarvoor helemaal naar Italië gesjeesd? Middagen lang hield ik ligbedjes voor hem vrij in het zwembad, waar ik dan foto’s van appte met lokkende teksten. Eén keer kwam hij. Ik kon wel huilen van opluchting toen ik hem het zwembad in zag sjokken. Hij bleef welgeteld een halfuur.
Vanaf mijn ligbedje zag ik ondertussen hoe vaders met hun dochters speelden in het water. En hoe mijn dochter, die naast mij zat, dezelfde tafereeltjes gebiologeerd opnam. Met een brok in mijn keel vroeg ik me wanhopig af hoe de zomervakantie ooit nog leuk kon zijn. We waren een veel te on-heel gezin. Vind je het gek dat mij zoon lamlendig voor de tent hangt! Misschien als ik nóg harder mijn best doe, nóg beter de sfeer erin breng, nóg gezelliger ben…? Pff dit leek nauwelijks op vakantie.

And then it hit me. Mijn zoon zat niet lamlendig voor de tent, omdat zijn ouders gescheiden waren. Hij zat lamlendig voor die tent, omdat hij een puber was. En potverdorie, dat mocht hij niet zijn. Hij moest gezellig doen om mijn ongemak en twijfels weg te nemen.Op dat moment heb ik mijn kinderen bevrijd. Bevrijd van de taak dat ze gelukkig moesten zijn, omdat hun moeder zich anders schuldig voelde. Ik heb ze teruggegeven aan zichzelf met alle bestaansrecht om zich precies zo te voelen en gedragen zoals ze zich voelen. Ook over de scheiding. Ik wil dat ze opgroeien als zichzelf. Net zo goed als dat ik wil dat ik mijzelf kan zijn. Zonder opsmuk, zonder groot houden.

Volgende week gaan we voor de derde keer op zomervakantie met zijn drietjes. Tentjes achterin de auto richting zon en vrijheid. Zonder verwachtingen, zonder vader en helemaal als onszelf. We hoeven niets goed te maken voor en met elkaar, omdat ons gezin geslonken is. We zijn al goed. Ons gezin is al heel. Ik heb zo’n vermoeden dat het deze zomer bijna als vakantie gaat voelen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *