Een gesprek met veel en grote vragen: wat gebeurt er en wat betekent dat: voor mij, voor ons, voor al? We komen erachter dat we de antwoorden niet weten, dat we samen staren in een nogal grijzig gat.
‘Mam, straks zitten we 3 weken met z’n allen ‘opgesloten’! Wat zullen we dan allemaal gaan doen?’ Glanzende oogjes. ‘Ik denk dat we moeten zorgen dat we niet de hele dag alleen maar Netflix kijken. Ik vind dat denk ik wel leuk, alleen niet elke dag. Spelletjes!! Zullen we nu vast oefenen, mam: Rummikub!?
‘Zullen we een schema maken? Met ook twee keer een uur sport per dag! Mag dat wél in de tuin, denk je?’ Hij kijkt wat benauwd.
Dan ineens de mokerslag: “Maar hoe moet dat nou? Ik wil wél met z’n állen opgesloten zitten. Kan dat, mam? En zullen we dan hier of in papa’s huis?” Voor-en nadelen van beide worden opgenoemd. Het blijkt een (te) lastige keuze.
Oogjes knijpen. En knijpen. Dan vullen ze zich en stromen over: al die ideeën, al die emoties en dan geen klip-en-klare antwoorden.
Hij komt dicht bij me staan, helemaal warm en zacht en uitgeput.
Ook ik heb grote vragen maar besef dat het misschien wel simpel is: elkaar goed vasthouden en de rest? Lekker laten en per dag bekijken.
Liefde is onze enige zekerheid. Dat, en dat verder alles beweegt.